Waarom Mark Rutte als leider tekort schiet Ton Verlind

Ik plaats hier een kanttekening bij de loftuitingen die Mark Rutte de afgelopen maanden kreeg voor zijn aanpak van de corona-crisis. In mijn visie liet de premier zien dat hij juist géén leider is, in klassieke zin. Een crisisleider bepaalt de richting, laat zich adviseren en neemt dan zelf verantwoordelijkheid. Maar Rutte legt de verantwoordelijkheid bij individuele burgers. Die kruiwagen met dolende kikkers waaruit Nederland tegenwoordig bestaat. Je kunt alleen verantwoordelijkheid geven aan individuen waarvoor begrippen als solidariteit en collectief belang nog wezenlijke betekenis hebben. Maar juist die begrippen zijn onder leiding van Rutte de afgelopen jaren gedevalueerd. Hij moedigde de jonge generatie aan vooral zichzelf te zijn en dat is precies datgene wat die generatie nu doet.

Mark is voortdurend afwezig

Een goed leider wordt bovendien niet overtroefd door zijn adviserende instituten. Enerzijds neemt het RIVM ter bestrijding van de crisis beslissingen die niet op wetenschappelijk bewijs zijn gestoeld. Anderzijds doet het instituut voor de hand liggende dingen niet omdat wetenschappelijk bewijs ontbreekt. Een leider brengt lijn in die chaos maar de premier staat achter een boom en hoopt dat het volk al dialogerend zijn eigen sores oplost. Dat is niet wat een leider hoort te doen.

TON VERLIND

Pensioenakkoord is in deze vorm beslist niet toekomstvast. Jean Frijns en Jelle Mensonides

6 aug 2020    Me Judice

Na meer dan een decennium discussiëren ligt er een pensioenakkoord. De focus ligt op het vastleggen via boekhoudkundige regels voor vermogensverdeling over generaties, niet op basis van fairness tussen generaties. Verder is de risicoanalyse mager. In deze bijdrage bespreken we eerst de uitkomsten zoals gepresenteerd in de CPB studie. Daarna gaan we dieper in op de risicoanalyse en op de vraag hoe evenwichtige pensioenresultaat voor de verschillende leeftijdsgroepen kan worden bewerkstelligd, niet alleen bij de start van het nieuwe systeem, maar ook in de toekomst.

https://www.mejudice.nl/artikelen/detail/pensioenakkoord-is-in-deze-vorm-beslist-niet-toekomstvast

Stichting Pensioentribunaal in oprichting

De Stichting Pensioentribunaal stelt zich ten doel door middel van onderzoek, openbare vraagstelling, bijeenkomsten en publicaties voor een breed publiek duidelijk te maken welke belangen in de pensioenwereld en daarbuiten hebben geleid tot voorstellen voor een nieuw pensioenstelsel. Zij wil de campagne onder de loep nemen die geleid heeft tot regeringsvoorstellen en een pensioenakkoord waarbij “Het beste pensioenstelsel ter wereld” fundamenteel wordt gewijzigd, omdat dat niet meer zou voldoen aan de eisen van deze tijd. In dit onderzoek speelt een aantal belangrijke vragen een centrale rol: Lees verder

Brief van de NBP aan Pensioenfonds ABP n.a.v. het Pensioenakkoord en de rekenrente

2020 07 Brief van de NBP aan Pensioenfonds ABP  n.a.v. het Pensioenakkoord en de rekenrente

Geachte mevrouw Wortmann-Kool,

Naar aanleiding van uw uitgebreid interview in het Financieele Dagblad op 29 juni 2020, stelt het bestuur van de NBP vast, dat u het kernprobleem niet benoemt. Door dit probleem zijn de belangen van de deelnemers en pensioengerechtigden sinds 2007 bij de invoering van de PW, Pensioenwet, geschaad.
De NBP, Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen, opgericht op 12 mei 1919, heeft als zijn primaire doel om de belangen van gepensioneerden, zowel de huidige als de toekomstige, te behartigen. Hiertoe neemt de NBP onder meer actief deel in de maatschappelijke discussie over het pensioenstelsel. In het verlengde van dat primaire doel onderzoekt het NBP-bestuur namens zijn leden de prestaties en uitingen van fondsen. Veel NBP leden zijn deelnemers of pensioengerechtigden in de ABP pensioenregeling.
In deze brief beperkt het bestuur zich tot het niet benoemde kernprobleem en de gevolgen hiervan. Het kernprobleem dat u niet benoemt is dat uw CDA-partijgenoot, voormalig minister A.J. de Geus van SZW in de periode juli 2002 tot februari 2007 diverse essentiële voorschriften uit de eerste EU Pensioenrichtlijn niet of onjuist in de PW heeft omgezet. Deze essentiële voorschriften waren overigens wel op correcte wijze in 2006 in de PSW, Pensioen- en spaarfondsenwet omgezet. De PSW was van kracht van 1954 tot en met 2006. Nederland heeft ook in 2019 diverse essentiële voorschriften uit de tweede EU Pensioenrichtlijn niet of onjuist in de PW omgezet. Enige essentiële onderdelen, zoals de vaststelling van de rekenrente en de beleggingen in derivaten, zijn in besluiten, te weten het FTK en nFTK, geregeld. Besluiten zijn geen formele wetten en gelden daarmee volgens vele juristen niet als omzetting van een EU Richtlijn in een nationale wet. Lees verder