Demonstratie tegen invoering WTP op dinsdag 30 mei 2023 (om 09:30 uur)

OPROEP!!   ‘Samen voor een eerlijk pensioen’,

Deze week debatteerde de Eerste Kamer op 22 en 23 mei over de omstreden nieuwe pensioenwet, de Wet Toekomst Pensioenen (WTP). Op dinsdag 30 mei a.s. is de definitieve stemming erover gepland.

Omdat de samenstelling van de Eerste Kamer binnenkort ingrijpend verandert, willen PvdA, GroenLinks, VVD, ChristenUnie, D66 en CDA de wet met stoom en kokend water door de huidige Eerste Kamer duwen! Dinsdag 30 mei is daarvoor de laatste gelegenheid, omdat later diezelfde dag de nieuwe Eerste Kamer wordt verkozen. Gezien de toenemende kritiek op de WTP is het twijfelachtig of een nieuwe Eerste Kamer er nog mee zou instemmen.

Economen, juristen, het college voor de rechten van de mens, ouderenorganisaties die honderdduizenden leden vertegenwoordigen en andere politieke partijen hebben hun bezwaren laten horen. Maar er wordt niet naar geluisterd en het casinopensioen moet blijkbaar koste wat het kost doorgedrukt worden.

Die uitverkoop van ons pensioenstelsel is onacceptabel en daarom organiseert de SP samen met ouderen- en pensioenorganisaties een protestactie voor de Eerste Kamer op: dinsdag 30 mei 2023 om 09:30 uur bij de ingang van de Eerste Kamer, Lange Voorhout 34 in Den Haag

Sluit je bij ons aan om te laten zien dat Nederland deze afbraak van solidariteit niet accepteert. Je kunt je aanmelden via:

Kom in actie tegen het casinopensioen! | Doe Mee – SP

Samen voor een eerlijk pensioen
Hogehilweg 17, 1101 CB, Amsterdam
T: 088-4004245 | E: [email protected]

 

 

 

DE Wet Toekomst Pensioenen (WTP)

Onderwerp: De Wet Toekomst Pensioenen

Geachte senatoren,

Afgelopen 22 en 23 mei heeft u gedebatteerd over de Wet Toekomst Pensioenen.

Tal van economen, juristen, pensioenspecialisten, (oud-)pensioenfondsbestuurders, actuarissen, hoogleraren en ook instanties als de Raad voor de Rechtspraak, het College voor de Rechten van de Mens, de AFM en ouderenorganisaties hebben duidelijk gemaakt, dat deze wet die met stoom en kokend water in 2021 in 9 maanden tijd tot stand werd gebracht door op zich zeer bekwame personen, in een Stuurgroep en diverse werkgroepen, helaas zodanig is beïnvloed door groepsprocessen, dat de beoogde kwaliteit van de groepsbesluiten en het eindresultaat er zwaar door zijn aangetast.

Bijgevolg is deze hypercomplexe wet zoals hij nu voorligt niet rijp voor invoering. 

De WTP en de bijbehorende lagere wetgeving dienen eerst volledig te worden uitgeschreven en vervolgens aan een integrale risicoanalyse te worden onderworpen.

En met name ook te verder worden doordacht op uitvoerbaarheid van de verschillende onderdelen en hun consequenties voor de toekomst alsmede de impact en leefbaarheid daarvan voor mensen die na hun werkzame leven hopen te kunnen genieten van een aangename en rustige oude dag.
Dat is immers altijd de doelstelling geweest van ons huidige pensioenstelsel. 

Niet dat daarvoor een absolute zekerheid kon worden afgegeven. Er ligt namelijk helemaal geen belofte besloten in de pensioentoezegging, maar een ultieme inspanningsverplichting.

Voor de toeslagverlening geldt ook een inspanningsverplichting, zij het minder stringent. Die is namelijk meestal afhankelijk van de te behalen rendementen en maakt maar zelden onderdeel van de ingelegde premie.

En dat is naar behoren zo ook netjes en zorgvuldig ingebed in de nog vigerende PW van 2007.

Maar dat gaat met de WTP op de schop.

Word je er beter van onderdelen WTP als je met pensioen gaat, zoals de afgelopen jaren de mantra luidde? Welnee. 

De WTP heeft helemaal geen sociaal karakter meer, het eindresultaat is gewoon een plat financieel product.
Je bent tegen je pensioendatum in veel gevallen immers aangewezen om te gaan shoppen met je opgebouwde vermogen.

Heeft u enig idee wat dat inhoudt en betekent voor de gemiddelde burger?

En wat daar dan meteen aan kosten vanaf gaat ten bate van de verzekeraar als die het stokje van het pensioenfonds overneemt?

Overigens blijft de hoogte van je pensioen onzeker tot aan de dag waar op je met pensioen gaat.

Want de stand van de rente op die dag is namelijk bepalend voor de uiteindelijke hoogte van je pensioen.

Daarnaast wordt je pensioen onzeker. Jaarlijks wordt voor jou beslist hoeveel er uit jouw (virtuele) persoonlijke potje mag worden aangewend als aanvullend pensioen.

Dus geen vast pensioen meer, de duimschroeven worden op je oude dag nog wat verder aangezet. Je wordt als oudere bovendien in een lifecycle geplaatst, waarin zoveel mogelijk risico wordt gemeden.

De aanbeveling van DNB zijde luidt dan, zo veel mogelijk te gaan beleggen in veilig geachte staatsobligaties.

Doorgaans renderen die al onvoldoende om dan ook nog te mogen rekenen met een indexatie of toeslag.

Maar recent hebben we ook een heel ander voorproefje meegemaakt in de markten. Je blijkt nu ook de kans te lopen, dat je daarin, als het even tegenzit, wordt uitgekleed waar je bijstaat.

De WTP schrijft in zo’n geval voor: korten! Zeker in deze alsmaar onzekerder wordende tijden. 

Misschien biedt de SR of de TRT dan nog een tijdelijk doekje voor het bloeden.

Maar er zijn nog ook andere deelnemerscategorieën die graag wat stabiliteit of aanvulling tegemoet zien uit diezelfde reserve als het in hun leeftijdscohort wat tegenzit.

En komt er weer een onverwachte tegenvaller? Nogmaals: korten! 

In meer ongunstige omstandigheden betekent dat: doorgaan tot het gaatje is bereikt en je potje leeg is. Want negatief kan niet.

Is dat nog leefbaar?

O ja, excuses – negatief gaan kan wel als een fondsbestuur besluit gebruik te maken van het hefboomeffect voor jongeren (die daar zelf overigens niets over te vertellen krijgen en er maar weinig voor blijken te voelen – merkwaardig toch!) om meer te gaan beleggen dan de inhoud van hun potje toestaat.

Er is toch niet voor niets jarenlang gewaarschuwd vanuit de AFM en DNB om vooral niet te gaan beleggen met geleend geld??

En zie: plots zit daar warempel nu de duvel zelf in de wet – ga je gang, want beleggen is fijn en het biedt veel kansen.

Totdat je de kous op de kop krijgt en zelf geen zekerheid meer kunt bieden en niets bij te zetten hebt.

Is dat nog leefbaar?

De WTP brengt uitsluitend meer onzekerheid brengende maatregelen die het vertrouwen in het pensioenstelsel en de pensioensector danig zullen ondermijnen.

Vergeet niet dat de huidige gepensioneerden tot medio 2022 al 10 jaar lang zijn kort gehouden onder het nFTK.

Ondanks jarenlange mooie rendementen frustreerde dat jaar na jaar de mogelijkheid tot indexatie.

Het nFTK had tot doel een (overmaat aan) zekerheid te creëren voor alle deelgerechtigden, met name de jongeren. Dat gebeurde aan de hand van periodiek voorgeschreven verplichte  berekeningen van de openstaande verplichtingen en de rapportage daarvan aan DNB, over een periode van maar liefst 60 jaar.

Aangezien er over een periode langer dan 20 jaar geen markten meer zijn, vanwege het hoogst onzekere en totaal onvoorspelbare karakter, werd hier gewerkt met aannames en rekenformules waarvan de grondslagen betwistbaar zijn.

Een helaas voor de gepensioneerden verkeerd doorgeschoten staaltje wetgeving, dat in de praktijk hun besteedbaar inkomen geleidelijk steeds wat verder heeft uitgehold, maar uiteindelijk in 2020 wel heeft geleid tot een gezamenlijk pensioenvermogen voor actieven en gepensioneerden van meer dan 1800 miljard.

Helaas is daar in de veranderlijke markten dus een deel van verdampt (dat anders had kunnen worden toegekend an actieven en gepensioneerden) en in afgelopen jaar opnieuw.

Ja, het kan verkeren en dat wordt vaak onvoldoende beseft.

Tot aan de recente inflatietoeslagen bedroeg de achteruitgang bij de gepensioneerden in koopkracht gemiddeld tussen 20 en 25%. Zij hebben in de meeste gevallen niets meer bij te zetten.

Ik geef het u te doen.

Los van de vele op hun werking en effect in de praktijk niet doordachte onderdelen van de WTP, waar niet alleen door oppositiepartijen uitgebreid op is gewezen, maar ook door diverse deskundigen door wie u zich eerder dit jaar al heeft laten voorlichten over deze materie,  betreur ik het dat nog altijd niet wordt ingezien dat met de WTP in de huidige vorm een Paard van Troje van andere belanghebbende partijen wordt binnengehaald.
Dat wordt voor alle deelnemers chaos en ellende troef.

Het gaat immers wel om zo’n 1.500 miljard euro, onze gezamenlijke nationale oudedagsvoorziening voor werkende jongere generaties en gepensioneerden, die bij aanname van de WTP bij de huidige vorm en status op het spel word gezet.

Want in het plaatje ontbreekt ook een plan B. En dat is een groot risico. 

Groter dan het aanhoudende mantra van betere kansen op uitkering en indexatie van de afgelopen jaren.

Van de mogelijke en veel ernstiger schaduwzijde werd bewust weggekeken. Daarom hebben velen geen idee waar ze onder de WTP voor komen te staan.

Tekortschietende maatschappelijke zorgplicht.

Gepensioneerden en werkenden zullen de rekening gepresenteerd krijgen (zij lopen voortaan alle risico’s -sociale partners zijn daarvan gevrijwaard) en komen in hun hemd te staan.
Na eerdere recente wetgevende misslagen zal ook dit onze rechtsstaat en democratie verder ondermijnen.

Alle problemen met deze wet, de onzekerheid over de hoogte van ons pensioen, de extra kosten die er nog bij komen zoals de 60 tot (bij doorstijgende rente) 100 miljard euro compensatie voor het afschaffen van de doorsneesystematiek -terwijl dat beter gewoon langs arbeidsvoorwaardelijke weg kan worden overbrugd en opgelost-, en de setting waarin we leven: in toenemende mate moet meer risico worden genomen om nog enig fatsoenlijk rendement te kunnen behalen; de onzekere en verslechterende economische vooruitzichten en toenemende geopolitieke spanningen en conflicten, maken duidelijk dat deze wet niet af is en zeker niet klaar. Hij moet zo daarom zeker niet worden aangenomen. De risico’s zijn te groot.

De WP is nog op te veel onderdelen onvoldoende doordacht. Dat geldt met name op zijn werking en de gevolgen en de impact van onderdelen in de praktijk.

Dat stuur je niet achteraf even gemakkelijk bij. Door zijn complexiteit is het een mammoettanker, waar je als je opeens moet bijsturen wel even bezig bent en dan is het dus te laat.

Denk even aan enkele eerder als ‘eenvoudig ‘bestempelde onderwerpen die we reeds als voorproefje hebben gezien. Die nu nog altijd spelen omdat ze niet werkend kunnen worden gemaakt zonder vervelende neveneffecten: de eenmalige opname van 10%, het nabestaandenpensioen, een regeling voor de zware beroepen, een eenvoudige pensioenplicht voor alle werkenden.

Misschien vraagt dat wel om een ander bestel als waaronder het huidige voorstel wordt doorgebouwd.

Ik roep u als chambre de reflection daarom op, hier met de Pinksterdagen nog eens goed op te reflecteren. 

En verzoek u met klem om tijdens de stemming af te zien van de Wet Toekomst Pensioenen; doe het niet.

Niet nu, in deze nog veel te onrijpe vorm.

Met mij rekenen velen erop dat u op 30 mei gepensioneerden en actieven niet in de kou laat staan en geen onverantwoorde risico’s zult nemen met ons pensioen.

Met vriendelijke groet,

.J.A. Verberne

Eindhoven.

 

{Sinds 1986 actief met arbeidsvoorwaardenbeleid en pensioen in binnen- en buitenland en brede ervaring in de pensioensector. Als fondsbestuurder, als projectbegeleider, als adviseur, als risico-manager, communicator en probleemoplosser. En op heden nog altijd actief als lid van een Auditcommissie bij een Pensioenfonds, als voorzitter van een Pensioencommissie van een Federatie van Verenigingen van Gepensioneerden van een groot ondernemingspensioenfonds, en als lid van de Commissie Toekomst van een gesloten bedrijfspensioenfonds.}

Obsessie van De Nederlandsche Bank met toekomstige rentes beschadigt pensioenfondsen

Door EDUARD BOMHOFF in Wynia’s Week dd. 20 mei 2023

Geplaatst in DNBPENSIOENEN

De Nederlandsche Bank (DNB) is dolgedraaid met het voorspellen van de rente, en minister Schouten moet al die onzin verdedigen in het parlement. DNB maakt nu al prognoses voor de rente tot ver in de 22e eeuw. Minister Schouten beweert braaf: ‘[de voorspellingen afkappen] na bijvoorbeeld 20 jaar is geen optie. Er zijn namelijk mensen die naar verwachting nog bijvoorbeeld 100 jaar in het pensioenstelsel kunnen zitten. Daarom moet er ook iets gezegd worden over wat er over 100 jaar zou kunnen gebeuren.’ Mooi in dit antwoord is ‘geen optie’. Iedereen die geen tijd wil verspillen aan het voorspellen van de rente over 100 jaar is dus fout. Geen discussie nodig, volgens de minister.

Terecht was de Kamer benieuwd of de minister één ander land in de wereld kon noemen waar iets soortgelijks wordt gedaan. Minister Schouten zei vorige week dat ze zo’n land niet heeft gevonden, maar dat de rekenaars ‘wel hebben aangegeven dat zij voor het ontwikkelen van het model gebruik gemaakt hebben van modellen die in de literatuur vaker gebruikt zijn’.

Geen onschuldige spielerei

Die zin is glibberig. De rekenmodellen voor de prognoses bij DNB zijn namelijk een verminkte versie van een ouder Amerikaans rekenmodel. De verminkingen zijn lang geleden hier in Nederland voor de toepassing door DNB aangebracht om sneller de duizenden toekomstscenario’s te kunnen uitrekenen. Resultaat: onzin tot de honderdste macht.

En het is geen onschuldige spielerei. DNB dwingt alle pensioenfondsen om met die kunstmatige rentes te berekenen of ze genoeg geld in huis hebben om de pensioenen te betalen. Maar de onzin-formules zijn zo delicaat en instabiel dat de uitkomsten van jaar tot jaar enorm kunnen variëren. En dat was al vijftien jaar een excuus voor DNB om te verbieden de pensioenen aan te passen aan de inflatie.

Overal ter wereld zullen pensioenfondsen echt niet de geschatte uitbetalingen van dit jaar, van 2024, 2025 en zo verder gewoon bij elkaar optellen en dan kijken of die som betaalbaar is gezien de huidige waarde van hun investeringen. Zeker, er moet 100% dekking zijn voor de pensioenen nu en volgend jaar, maar voor de verdere toekomst is het redelijk om aan te nemen dat een miljard euro in de kas van een pensioenfonds nu, en gereserveerd voor de pensioenen in, bij voorbeeld, 2028 ongeveer voldoende is om over vijf jaar 1,2 miljard aan pensioen uit te keren.

Beleg met lage kosten en goed gespreid, dan zijn we over vijf jaar wel 20% rijker. En is het iets minder of iets meer, dan heeft elk pensioenfonds daar buffers voor. Zo’n vuistregel met – als in dit voorbeeld – ongeveer vier procent per jaar wordt wereldwijd toegepast, maar in Nederland heeft DNB haar unieke, eigen systeem ingevoerd, toen zij de verantwoordelijkheid voor de pensioenfondsen overnam (ook een unicum in Europa).

Kroes wilde er liever niet over praten

Aanvankelijk leek het alsof de schade van het DNB-systeem bestond uit het verbod om de pensioenen aan te passen aan de inflatie. Maar de laatste jaren is de schade nog veel groter geworden. DNB heeft de pensioenfondsen wijsgemaakt dat ze iets moesten doen om de ieder jaar zo verschillende berekeningen te stabiliseren. Bedenk dat die instabiliteit helemaal is veroorzaakt door DNB zelf.

Oud-staatssecretaris van Financiën Martin van Rooijen heeft al zo vaak uitgelegd dat bij gewoon rekenen met de hierboven genoemde vier procent de instabiliteit zou verdwijnen – en dat heeft de minister ook nooit kunnen ontkennen. Toen Van Rooijen eindelijk de kans had om zijn punt te maken in aanwezigheid van directeur Kroes van DNB, zei Kroes alleen maar dat hij er liever niet over wilde praten. Onbeschoft.

Totale verliezen meer dan 60 miljard

De pensioenfondsen gingen zaken doen in Londen, vooral op de markt voor renteswaps en zelfs swaptions, tot vreugde van Goldman Sachs, want die leveren daarvoor op maat gesneden producten af waarbij hun winstmarge zich aan de waarneming onttrekt. In het verleden konden we DNB wel verwijten dat niet tijdig was opgetreden tegen bij voorbeeld de ‘Winstverdriedubbelaars’, ook zo’n product met een onbeschaamde winstmarge voor de aanbieder.

Sinds 2016 is het nog veel erger want andersom: nu maakt DNB actief en dringend reclame bij de pensioenfondsen om ‘over the counter’ (dat is: maatwerk) renteswaps en andere derivaten te kopen waarbij de winstmarge voor de tegenpartij verstopt is. Van Rooijen schatte de totale verliezen vorig jaar op 80-100 miljard en dat is nu misschien weer iets lager, maar in mijn schatting nog steeds meer dan 60 miljard.

Nu dreigen miljarden op te gaan aan het ‘invaren’

Verloren miljarden, niet omdat we nu eenmaal een prijs moeten betalen voor secure pensioenen, maar alleen maar omdat DNB een crazy en wereldwijd ongehoord systeem invoerde, dat systeem oplegde aan alle pensioenfondsen, toen constateerde dat de uitkomsten van jaar tot jaar te volatiel waren, onder andere door jaarlijks wisselende zelfgemaakte computer-prognoses voor de rente over vijftig, zestig en nu zelfs honderd jaar, en daarna druk uitoefende om die schommelingen met hulp van Goldman Sachs weer weg te poetsen.

Zestig miljard pensioengeld is al weg aan renteswaps en swaptions die niet nodig waren geweest als DNB enzovoorts. Nu dreigen nog eens miljarden op te gaan aan het zogenaamde ‘invaren’, waarbij actuarissen (een koopje voor 200 euro per uur +btw) voor tien miljoen mensen hun pensioenverleden jaar voor jaar moeten reconstrueren en omrekenen.

Machiel Koper, directeur pensioenen bij accountant KPMG, zegt: ‘De kosten worden zo hoog dat dit ten koste kan gaan van de uitkeringen.’ Het zegt wel iets dat zo’n waarschuwing komt uit de hoek van de consultants die leven van dure hulp aan bedrijven. Koper concludeert: ‘er valt ook best wat voor te zeggen om als pensioenfonds niet in te varen. Er kleven behoorlijke risico’s aan.’

Misschien wordt dit daarom de toekomst. De pensioenfondsen claimen dat zij veel meer tijd nodig hebben om zich voor te bereiden op het ‘invaren’ en treuzelen daarmee totdat bekend wordt wie begin 2025 de opvolger wordt van Klaas Knot als president van DNB. Als daarmee een einde komt aan de honderdjarige rentevoorspellingen van DNB, dan is het nog maar een kleine stap naar terugkeer tot de vaste formule van 4 procent die zo lang zo goed heeft gewerkt.

Hoop op terugkeer naar Classic Pension

Ik denk met enige hoop terug aan een andere historische blunder. Coca Cola kwam in 1985 na uitvoerige marketing studies met New Coke, maar dat sloeg niet aan bij de consumenten. We drinken nu weer Classic. Zo maakte Knot een misslag met zijn renteformules die gigantisch geld kostten en van ongeveer alle onafhankelijke deskundigen grote kritiek kregen. Daarom, net als bij Coca Cola, beter ten halve gekeerd. Hoe sneller de opvolger van Knot groen licht geeft voor een terugkeer naar Classic Pension, des te meer miljarden  gespaard en onnodige onzekerheid vermeden.

Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de EUR, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.

Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!

 

Miljardenclaim op de Nederlandse Staat vanwege mogelijke blunder in Pensioenwet

Miljardenclaim op de Nederlandse Staat vanwege mogelijke blunder in Pensioenwet 2007

15 MEI 2023 00:05 | Stichting Pensioenvoldoen.nl

• Mogelijk 10 miljoen Nederlanders hebben recht op schadevergoeding die kan oplopen tot €137 miljard als gevolg van een mogelijke kardinale fout van de Nederlandse overheid;
• Volgens de stichting Pensioenvoldoen.nl verzuimde het kabinet in 2007 een dwingende Europese pensioenrichtlijn (IORP I) te implementeren in de Pensioenwet met als gevolg indexatieschade voor alle pensioenbelanghebbenden;
• Pensioengedupeerde de heer J. Bakker (84) uit Leeuwarden eist in kort geding tegen de Nederlandse Staat €26.000 indexatieschade op;
• De Stichting PensioenVoldoen.nl voegt zich in het kort geding van de heer Bakker en treedt op namens alle belanghebbenden die zich aansluiten bij de collectieve claim tegen de Staat.

DEN HAAG – De Stichting PensioenVoldoen.nl eist in een collectieve juridische actie dat de Nederlandse Staat een mogelijke indexatieschade voor alle pensioenbelanghebbenden vergoed.

De stichting is van mening dat de Nederlandse staat een blunder in de pensioenwetgeving heeft gemaakt. Zij komt tot die conclusie naar aanleiding van een diepgaand onderzoek naar de wetgevingsgeschiedenis die de stichting verrichtte. IORP I was vóór 2007 nog wel opgenomen in de Nederlandse Pensioen- en Spaarfondsenwet, maar door een mogelijke fout van de Nederlandse wetgever in 2007, werd deze dwingende Europese regelgeving niet in de nieuwe Pensioenwet geïmplementeerd

Als de rechter de eis tot schadevergoeding toekent, zou dat kunnen betekenen dat 10 miljoen Nederlanders, onder wie werkenden die pensioenpremies betalen, gepensioneerden en nabestaanden, naar schatting voor €137 miljard schade hebben geleden omdat de Staat der Nederlanden dan een kardinale fout heeft gemaakt bij de invoering van de Pensioenwet 2007. Het toenmalige kabinet heeft destijds verzuimd de dwingende Europese pensioenrichtlijn (IORP I) op te nemen in die Pensioenwet.

De Nederlandse Staat wordt in kort geding gedaagd door de 84-jarige pensioengerechtigde de heer J. Bakker uit Leeuwarden. Bakker eist dat zijn indexatieschade volledig wordt gecompenseerd. De voormalig ambtenaar heeft ruim €26.000 te goed, omdat in de periode van 2008 tot in 2019 zijn pensioen op basis van ondeugdelijke wetgeving niet is gecompenseerd. De Stichting PensioenVoldoen.NL voegt zich als eiser in het kort geding.

De Stichting PensioenVoldoen.nl eist in een collectieve juridische actie dat de Nederlandse Staat de aangerichte schade herstelt. De ministers Van Gennip en Schouten (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) zijn begin april in kennis gesteld dat de Nederlandse Staat aansprakelijk wordt gehouden voor de ontstane megaschade.
De heer John Bakker uit Leeuwarden eist indexatie van zijn pensioen en start een kort geding tegen de Nederlandse Staat.

((CONTACT: STICHTING PENSIOENVOLDOEN.NL ONLINE: www.pensioenvoldoen.nl SOCIAL: #pensioenvoldoen Woordvoerder Stichting PensioenVoldoen.NL: Henk Krol: 06 – 215 41430 INTERVIEWS MEDIA Jan-Kees Emmer: 06 – 535 47713 ([email protected]))

De fout is waarschijnlijk te goeder trouw gemaakt, schrijft de Hilversumse advocaat mr. Jos Wouters aan de bewindslieden Van Gennip en Schouten, maar heeft grote gevolgen voor de pensioengerechtigden.

Verkeerde rekenmethode
Volgens het onderzoek van Stichting PensioenVoldoen.nl is jarenlang de verkeerde rekenmethode gebruikt om de dekkingsgraad vast te stellen, en is er vanaf 2008 tot en met 2021 op grote schaal indexatieschade geleden. De rekensom had volgens de Europese richtlijn op het gerealiseerde rendement van de pensioenfondsen moeten worden berekend in plaats van de door de Pensioenwet voorgeschreven risicovrije rente. Die risicovrije rente is de afgelopen jaren zelfs tot onder 0% gedaald terwijl de pensioenfondsen gemiddeld 8% per jaar rendeerden en daarom zou er wel voldoende ruimte zijn geweest om de pensioenen te indexeren.
Pensioengerechtigden kregen daardoor gemiddeld 20% van hun pensioen er niet bij. Indexatie van het pensioen behoort volgens de Europese jurisprudentie tot het eigendomsrecht van de gepensioneerden en de deelnemers van het pensioen.
Als de rechter de eis tot schadevergoeding toekent, zijn de financiële gevolgen ongekend groot. De Staat is dan aansprakelijk voor de schade vanaf 2008 tot 2019. Vervolgens zal de Staat voor de schade tot en met 31 december 2021 aansprakelijk worden gesteld. Het totale schadebedrag bedraagt dan €137 miljard, exclusief de wettelijke rente.
De Stichting PensioenVoldoen.nl rekent erop dat de Staat de problemen samen met de pensioenfondsen oplost. Nederlandse pensioenfondsen behoren tot de rijkste pensioenfondsen ter wereld. Het niet geïndexeerde deel van het pensioen bevindt zich nog steeds in de kas van de pensioenfondsen.

De Stichting PensioenVoldoen.nl roept alle pensioenbelanghebbenden (werkenden die pensioenpremies betalen, gepensioneerden en nabestaanden) op zich aan te sluiten bij de juridische actie tegen de Nederlandse Staat via www.PensioenVoldoen.NL. Aan de ondersteuning zijn geen kosten verbonden.  Aanmelden kan op https://pensioenvoldoen.nl/

PENSIOENSCHANDAAL NAAR HOOGSTE PUNT !!

Ab Flipse: “Dit is het grootste schandaal ooit”

 

pensioenen verdampen

Fotografie: Wavebreakmedia


“Pensioenen verdampen door onnodig hoge kosten”​
“Pensioenen verdampen door onnodig hoge kosten”
Datum: 13 mei 2023
Economie

Karel Beckman

Karel Beckman

Werknemers in Nederland krijgen al decennia veel te weinig pensioen uitgekeerd in verhouding tot wat ze aan premies betalen. Naar schatting 40 procent van wat in de pensioenpotten zou moeten zitten, is verdampt, voornamelijk door onnodig hoge kosten, zegt financieel expert Ab Flipse in een interview met De Andere Krant. “Het is het grootste schandaal ooit.” Flipse baseert zich op informatie van pensioenexperts, met wie hij samen een plan heeft bedacht om het pensioensysteem om te vormen. Andere deskundigen noemen zijn inschatting overdreven.

Het Nederlandse pensioenstelsel, dat bekendstaat als het meest vermogende ter wereld, verkeert al jaren in zwaar weer. De pensioenen zijn in veel branches al vijftien jaar niet geïndexeerd, in de laatste vier jaar zijn de premies verhoogd, de uitkeringen verlaagd, de pensioen­ingangsdatum is met jaren vertraagd en de premiebetalingstermijn met jaren verlengd. Daarnaast is het opbouwpercentage per jaar in een aantal gevallen bijna gehalveerd.
Hoe is dit mogelijk? Betalen we met z’n allen te weinig premie? Moeten we bezuinigen, omdat we gemiddeld ouder worden en de bevolking vergrijst?
Het tegendeel is waar, stelt onafhankelijk financieel expert Ab Flipse, die zich als voorzitter van de Vereniging Woekerpolis sinds 2012 inzet voor gedupeerden van de destijds verkochte spaarpolissen, die veel te hoge kosten met zich meebrachten. Flipse heeft zich ook op het pensioendossier gestort. Hij is verbijsterd over wat hij heeft aangetroffen. “De deskundigen met wie ik heb gesproken, die op de achtergrond willen blijven, hebben mij ervan overtuigd dat het ontzettend fout zit met de pensioenfondsen. Net als bij de woekerpolissen zijn de kosten bizar hoog. Alleen hier is het nog veel meer versluierd. En veel immenser. We praten over 10 miljoen pensioenpolishouders. Rutte zegt dat we het rijkste pensioenstelsel ter wereld hebben, maar het is ook het stelsel waar de mensen het minst van profiteren.”
Flipse baseert zich op gegevens die hem zijn verstrekt door pensioenexperts. Die hebben berekend wat werknemers aan premies hebben betaald, en daar de rendementen bij opgeteld die de pensioenfondsen zelf hebben gerapporteerd. “Als je dat uitrekent, kom je tot de conclusie dat je een veel hoger pensioen zou moeten kunnen uitkeren – en/of een lagere premie zou kunnen vragen. Actuariële berekeningen laten percentages zien van minimaal 20 tot wel 40, aan te lage uitkeringen of te hoog betaalde premies.” Flipse rekende uit voor zijn dochter, die in het onderwijs werkt, wat zij aan premie betaalt bij het ABP en wat ze er uiteindelijk voor terugkrijgt. “Als ik dat zie, dan denk ik, hoe is dit in godsnaam mogelijk? Waar blijft al dat geld? Als dit echt bekend wordt bij het grote publiek, dan breekt de pleuris uit.”
In het politieke debat over de pensioenen wordt aangenomen dat er op dit moment zo’n 1500 miljard euro in de Nederlandse pensioenpotten zit. Het is een bedrag dat ooit door Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt is genoemd en dat nu als leidraad wordt aangehouden. Maar op basis van het door het CBS verklaarde pensioenvermogen van 2018 (1800 miljard euro) en de gemaakte rendementen van meer dan 10 procent over 2019, 2020 en 2021, en de uitkeringen in de daaropvolgende jaren zoals die door de pensioenfondsen zelf zijn gerapporteerd, zou eind 2021 de uitkomst 2500 miljard euro moeten zijn, stelt Flipse. “Er is dus alleen al in die paar jaar tijd tussen de 1000 en 1500 miljard euro verdwenen. Schokkend maar waar.”
Waar is dat geld gebleven? Flipse: “Het is op de een of andere manier blijven hangen bij de pensioenuitvoerders, de pensioenfondsen, de vermogensbeheerders. De uitvoeringskosten zijn onnodig hoog.”
De onafhankelijke pensioenexperts waar Flipse mee samenwerkt hebben een nieuwe, veel efficiëntere wijze van administreren ontwikkeld, zegt hij. Zij hebben voor enkele beroepsgroepen, zoals een deel van de uitzendbranche in dienst bij toonaangevende bedrijven in Nederland, al veel gunstigere nieuwe regelingen weten te ontwerpen. Voor drie andere opdrachtgevers, waaronder een klein pensioenfonds en een vakorganisatie, hebben ze proofs of concept ontwikkeld, die laten zien dat het anders kan. “Wat wij graag zouden willen zien, is dat deze nieuwe manier van werken wordt overgenomen als het nieuwe pensioenstelsel wordt ingevoerd. Dat kan. We zijn hierover in gesprek met belangrijke partijen als de Pensioenfederatie, politieke partijen, het ministerie van Financiën.”
Dat betekent wel, zegt Flipse, dat de hervormingen die nu door de regering zijn voorgesteld, moeten worden aangepast. Hij voorziet een drama als de hervorming doorgaat zoals die nu is voorzien. “Dat zal gepaard gaan met nog veel hogere uitvoeringskosten dan nu. Wie worden hier beter van? Alleen de adviseurs en uitvoerders in de sector zelf. De rest van Nederland niet. Het is onbegrijpelijk dat de politiek dit niet ziet.”

Reacties van experts

Een bestuurder van een bedrijfstakpensioenfonds die anoniem wil blijven, nuanceert de boodschap van Flipse. Hij stelt dat de rendementen deels zijn gebruikt om de regelingen op een aantal punten te verbeteren. Hij is het er wel mee eens dat de kosten “met 10 tot 20 procent” omlaag kunnen. Hij bevestigt dat het praktisch onmogelijk is om voor elke polishouder een beginwaarde uit te rekenen, “als je dat op de cent nauwkeurig wil doen”. Maar hij denkt dat de fondsen er wel “een slag naar kunnen slaan. De pensioenfederatie zou met steekproeven controle kunnen uitoefenen”.
De bestuurder maakt zich wel zorgen over het nieuwe stelsel. “De bedoeling is dat de individuele potjes veel meer gaan meebewegen met de markt. Dat zal leiden tot fluctuerende uitkeringen, dus veel meer onzekerheid. Je wilt toch ook geen salaris dat meebeweegt met de markt?” De polishouders krijgen bovendien geen zeggenschap over hun potje. Dat wordt nog steeds beheerd door de pensioenfondsen. “Die zullen ook weer maatregelen gaan nemen om de fluctuaties tegen te gaan, bijvoorbeeld reserves aanhouden. Dat gaat uiteindelijk ook bakken met geld kosten.”
Een voormalig bestuurslid van een grote pensioenverzekeraar, met tientallen jaren ervaring in de pensioensector bij diverse pen­sioenfondsen, stelt eveneens dat de beweringen van Flipse “te kort door de bocht zijn. Hij heeft wel een punt, maar dit is echt een overstatement”. Hij gelooft ook niet in de oplossing die Flipse voorstelt om in het nieuwe stelsel uit te gaan van het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en daar 7 procent bovenop te doen. “Wie moet dat gaan betalen?”
Deze expert is uiterst kritisch over het nieuwe pensioenstelsel waar de regering op aanstuurt. “Dat wordt een complete ramp. Het is bedacht door mensen die totaal geen verstand van zaken hebben. Dat De Nederlandsche Bank en toezichthouder AFM hierin meegaan, is mij een compleet raadsel.”

Collectieve pensioensoorten

Er zijn vier soorten collectieve pensioenen in Nederland. Werknemers kunnen in dienst zijn bij een bedrijf dat vanuit hun CAO verplicht mee moet doen met hun pensioenfonds. Er zijn zo’n zestig van deze bedrijfstakpensioenfondsen. Dat is de overgrote groep in Nederland. Denk aan het overheidspersoneel, transport, bouw, metaal en zorg. Daarnaast zijn er zo’n elf beroepspensioenfondsen, bijvoorbeeld voor architecten, huisartsen, en dergelijke. Ten derde zijn er zo’n 130 bedrijven, zoals Shell en ING, die een eigen ondernemingspensioenfonds hebben.
Tenslotte de overige bedrijven die een eigen pensioenregeling bij een verzekeringsmaatschappij hebben. De drie eerste groepen pensioenfondsen beheren het totale vermogen van al hun deelnemers. Bij een verzekeringsmaatschappij heeft iedere deelnemer al zijn eigen pensioenpotje.
(Bron: De Andere Krant,  12 mei 2023
https://deanderekrant.nl/nieuws/ab-flipse-dit-is-het-grootste-schandaal-ooit-2023-05-12)

Samenwerking met Rol-Pensioenfondsen

1 mei 2023

 

Het doet Verontruste Ouderen genoegen te melden dat er een samenwerking is met dhr. Arno Eigenraam, auteur van de publicatie ROL-Pensioenfondsen, waarin vooral de overgang naar de WTP vakkundig en deskundig aan de kaak wordt gesteld.

Graag verwijzen wij naar zijn website www.rol-pensioenfondsen.nl !!  U kunt zich daar ook aanmelden op zijn nieuwsbrief zodat u actueel op de hoogte wordt gehouden over deze -naar onze mening- gruwelijke staatsrechtelijke vergissing en overheidsdiefstal van “burger-vermogen”.

Na aanmelding heeft u ook toegang tot het archief.

 

 

Koepel Gepensioneerden opent actie kas voor beter pensioenstelsel

Gisteren kwamen de lidorganisaties van de Koepel Gepensioneerden bijeen in een extra Algemene Vergadering. Die was nodig nu het onlangs gepresenteerde wetsvoorstel Toekomst Pensioenen door de Koepel en haar collega-seniorenorganisaties als ‘onacceptabel’ is gekwalificeerd.

Die kwalificatie werd door de ruim 130 aanwezige vertegenwoordigers van lidorganisaties van de Koepel Gepensioneerden unaniem onderschreven: het met het wetsvoorstel in het vooruitzicht gestelde koopkrachtige pensioen komt niet dichterbij, de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel blijft een black-box en de noodzakelijke zeggenschap van gepensioneerden over hun pensioen lijkt vooralsnog een lege huls.

Om de eisen van de Koepel Gepensioneerden kracht bij te zetten, besloot de Algemene Vergadering de actiekas te openen. Die maakt het mogelijk om, naast het intensiveren van de politieke lobby, stevig in te zetten op het informeren en mobiliseren van de achterban (de meer dan drie miljoen gepensioneerden in ons land) als ook op het verder voorbereiden van een eventuele juridische procedure.

Voorzitter John Kerstens is blij met de uitgesproken steun: ‘Die bevestigt nog eens dat het met de aanwezigheid van de vakbeweging bij het aanbieden van het wetsvoorstel gesuggereerde draagvlak in de samenleving er niet is. In ieder geval niet onder de grote groep gepensioneerden. En een nieuw pensioenstelsel zonder dat juist gepensioneerden daar in geloven, is niet iets wat de politiek zou moeten willen. Zeker niet als zij niet alleen het vertrouwen in het pensioen, maar ook in de politiek zèlf wil herstellen.’

Blij is Kerstens ook met het dringende verzoek van de Algemene Vergadering om in het organiseren van een zo’n breed mogelijk front tegen het wetsvoorstel in z’n huidige vorm actief de samenwerking te zoeken met alle andere seniorenorganisaties, ook bijvoorbeeld binnen vakbeweging en politiek.

DE NIEUWE WET TOEKOMST PENSIOENEN IS GEBASEERD OP FOUTIEVE REDENERINGEN

2022 04 11 DE NIEUWE WET TOEKOMST PENSIOENEN IS GEBASEERD OP FOUTIEVE REDENERINGEN

Pensioenfeiten robdebrouwer

In 2018 kwam het tweede Pensioenakkoord tot stand. Het eerste was vier jaar eerder gesneuveld omdat binnen de FNV onoverbrugbare weerstand tegen dit akkoord bestond, gesymboliseerd door de actiekreet “casinopensioen”. Het tweede Pensioenakkoord sneuvelde ook. Niet door tegenstand vanuit de sociale partners en ook niet door politieke weerstand. Het sneuvelde omdat de President van De Nederlandsche Bank in een brief aan Minister Wouter Koolmees liet weten dat de afspraken in het tweede Pensioenakkoord niet in lijn waren met zijn visie op de te hanteren rekenrente. In het Pensioenakkoord werden de zekerheden die in de Pensioenwet nog werden gehanteerd opgegeven. In ruil daarvoor zou dan een hogere rekenrente kunnen worden toegepast waardoor de problemen met het stelsel konden worden opgelost. Het belangrijkste probleem was immers het achterblijven van indexatie en door een hogere rekenrente zou de dekkingsgraad van pensioenfondsen kunnen stijgen waardoor indexatie weer in zicht zou komen.

De belangrijkste passage in de brief van Klaas Knot aan Wouter Koolmees was deze:

“Het waarderen van een pensioenuitkering kan op twee manieren: het verwachte rendement wordt wel of niet meegenomen in zowel de verwachte pensioenuitkering als ook de disconteringsvoet Bij een consistente toepassing (gebruik verwacht rendement in zowel de teller als noemer of gebruik RTS in zowel teller als noemer) leiden beide keuzes tot dezelfde waarde, en deze is gelijk aan de marktwaarde”.

Wat staat hier in gewone mensentaal? Wij waarderen een pensioenuitkering. Dat wil zeggen wij bepalen de waarde van een pensioenuitkering. Omdat pensioenuitkeringen in de toekomst liggen en wij willen waarderen in het heden hebben we daarvoor een discontovoet nodig. Met de discontovoet maken we de toekomstige waarde contant in het heden. Het is het antwoord op de vraag: hoeveel geld heb ik nu nodig om in de toekomst een uitkering te doen? Bij een discontovoet van bijvoorbeeld 7% is de waarde van een uitkering van € 1.000 over tien jaar nu € 500 waard. Want als je die € 500 belegt met een rendement van 7% heb je na tien jaar precies € 1.000.

In een wiskundige formule:

Waarbij V de werkelijke waarde van de verplichtingen is, dus de optelsom van de jaarlijkse verplichtingen, r de discontovoet en t het aantal jaren dat de betreffende verplichting is verwijderd van het heden.

Klaas Knot zegt, vertaald in gewone mensentaal, als je kiest voor een bepaalde discontovoet, moet je dat consistent doen. Dat wil zeggen zowel voor de teller als voor de noemer.

Over de keuze van de discontovoet merkt Klaas Knot op:  “Het waarderen van een pensioenuitkering kan op twee manieren: het verwachte rendement wordt wel of niet meegenomen in zowel de verwachte pensioenuitkering als ook de disconteringsvoet”. Ik denk dat hij bedoelt: je mag de nominale verplichtingen alleen maar waarderen tegen de RTS (de rentetermijnstructuur, ofwel de risicovrije rente). Als je het verwachte rendement gebruikt moet je de reële verplichtingen gebruiken, dat wil zeggen de nominale verplichtingen opgehoogd met de indexatie op basis van de verwachte inflatie. En de uitkomst is dan gelijk. Dus het maakt niet uit welke keuze je maakt, de uitkomst bij toepassing van het verwacht rendement is gelijk aan de uitkomst bij toepassing van de risicovrije rente. Nog anders gezegd: de nominale dekkingsgraad is altijd gelijk aan de reële dekkingsgraad. Dat is natuurlijk onzin! In het jaarverslag over 2020 rapporteert bijvoorbeeld het Pensioenfonds Hoogovens een actuele dekkingsgraad van 108,8 en een reële dekkingsgraad van 83,7.

De bewering van Klaas Knot klopt dus niet.

Een pensioenfonds geeft in ruil voor de afdracht van premies aanspraken af voor een nominale, niet aan de inflatie aangepaste, uitkering. De inflatiecompensatie, indexatie genoemd, moet verdiend worden uit het overrendement. Wordt er geen overrendement gemaakt dan is er ook geen ruimte voor indexatie. Maar de premie is wel berekend op basis van een verwacht rendement. Als dit verwachte rendement wordt gehaald, dan is de nominale uitkering, zonder indexatie, verzekerd. Overrendement is dan het rendement dat boven het in de premie toegepaste verwachte rendement uitgaat. Aangezien de premie niet wordt berekend op basis van de RTS of de risicovrije rente, is deze laatste dus ongeschikt als discontovoet, los van de vraag of je uitgaat van de nominale of de reële uitkering.

Wat je in de toekomst nodig hebt om aan je verplichtingen te voldoen, is stabiel en volkomen helder. Daartegenover staat de vraag of er voldoende in kas is om aan die verplichtingen te voldoen. De uitdrukking “voldoende in kas” heeft betrekking op het vermogen, de belegde middelen. De waarde daarvan schommelt dagelijks en kan zelfs aan hevige schommelingen onderhevig zijn. In de opvatting van auteurs die het beleid van De Nederlandsche Bank verdedigen schommelen de verplichtingen echter ook voortdurend, omdat zij de dagelijks veranderende risicovrije rente gebruiken als discontovoet. Ik citeer Prof. Bas Werker en anderen in hun reactie op de brief van meer dan veertig prominente wetenschappers en bestuurders aan de Tweede Kamer, waarin zij pleiten voor aanpassing van de discontovoet: “Het vermogen van de pensioenfondsen moet bij voorkeur sneller groeien dan de kosten van de aan iedereen beloofde pensioenen. Deze pensioenverplichtingen nemen namelijk niet alleen toe als de rente lager wordt, maar ook als we langer leven.” Opnieuw een volkomen onjuiste voorstelling van zaken, die ik al eerder aan de kaak stelde[1]. De pensioenverplichtingen nemen niet toe als de rente lager wordt. De pensioenverplichtingen zijn wat ze zijn. De balanswaarde van de pensioenverplichtingen verandert als de discontovoet verandert en als je een discontovoet kiest die dagelijks verandert en ook nog door de Europese Centrale Bank omlaag wordt gemanipuleerd, dan creëer je zelf een dagelijks schommelde balanswaarde van de pensioenverplichtingen. De waarde daarvan is een indicatie van de renteschommelingen niet van de verplichtingen zelf. Overigens: ook de bewering dat de verplichtingen toenemen als we langer leven moet als onzin terzijde worden geschoven. Weten deze auteurs dan niet dat periodiek de pensioenleeftijd wordt aangepast aan de levensverwachting?

Wat had Klaas Knot dan moeten schrijven aan Minister Koolmees toen het tweede Pensioenakkoord tot stand kwam in 2018? Ik zou het zo hebben opgeschreven:

Het waarderen van een pensioenuitkering kan maar op een manier: het verwachte rendement na aftrek van de inflatieverwachting, zoals gerapporteerd door de Commissie Parameters, is de enig juiste discontovoet. Dat wil zeggen dat de juiste disconteringsvoet voor zowel de nominale als de reële verplichtingen hetzelfde rendementspercentage is als wordt toegepast in de berekening van de premie.

Als de President van De Nederlandsche Bank zich zo had opgesteld dan was al jaren geleden een nieuwe Pensioenwet tot stand gekomen op basis van het tweede Pensioenakkoord van 2018. Dan was er ook geen noodzaak geweest over te stappen op een premieregeling en had de bestaande uitkeringsregeling kunnen blijven bestaan. De conclusie is dramatisch: de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen is gebaseerd op foutieve redeneringen van de President van De Nederlandsche Bank en in diens kielzog enige hoogleraren. Velen hebben geprobeerd aan te tonen dat het anders moest. Daar is niet naar geluisterd. Opnieuw sorteren wij voor naar een toekomstig debat in de Tweede Kamer waarin bewindslieden excuus moeten gaan maken voor de verkeerde keuzes die zij hebben gemaakt. Dat moment zal er voor de Wet Toekomst Pensioenen in de toekomst zeker komen, maar in de tussentijd is een hele generatie gepensioneerden overleden zonder ooit te hebben gekregen waarop zij recht hebben: een waardevast pensioen als de overrendementen dat toelieten.

Rob de Brouwer 11 april 2022

[1] Zie mijn artikel op www.pensioenfeiten.nl WAT DE AUTEURS BAS WERKER, THEO KOCKEN EN ANDEREN VERKEERD ZIEN.

Daarom wil ik een lans breken voor indexatie met terugwerkende kracht

2022 30 29 Beer van Huet

Maar dat is het altijd met die verrekte pensioendiscussie.

De rendementen en rentes zijn afhankelijk van de conjunctuur, fluctueren en hebben een samenhang. Ik stam nog uit de tijd dat de rente 12,8% was en een dertigtal jaren boven de historische rente van 4% lag, waarmee de fondsen rekenden. De pensioenfondsen hebben een verre beleggingshorizon van 40 jaar of meer. We hebben kunnen constateren dat de beleggingen het na de financiële en economische crisis, weer goed deden. Door de inflatie zien we dat de FED nu overweegt om de rente te verhogen, zelfs in tranches van 0,5%. De ECB zal om dezelfde reden, niet achter kunnen blijven. Ik realiseer me dat daarmee de economisch ‘zwakke’ landen van de EU in de problemen komen maar dat is een politiek probleem. Economische principes en marktwerking veranderen niet en een ander pensioenstelsel in Nederland zal daar geen invloed op hebben. Zowel de lage rente als tegenvallende rendementen zijn volgens het ministerie de hoofdoorzaken die hebben geleid tot een herziening van ons pensioenstelsel. Ik vind het jammer dat in de aanloop naar de WTP niet even is stilgestaan bij een hernieuwde tussentijdse validering van deze twee factoren. De pensioenwet en -regelgeving ‘oude’ stijl, was blijkbaar zo gek nog niet. De inflatie van 2% waarvan de WTP uitgaat, is inmiddels alweer achterhaald en de economie zal zeker met nog meer tegenvallers rekening moeten houden. Stagnatie van fossiele brandstoffen en ook de investeringen in de energietransitie en het klimaatbeleid zijn niet zonder risico. Maar goed, de WTP gaat er komen, dat staat vast. Het ziet ernaar uit, althans wij hopen dat allemaal, dat de minister besluit om de koopkracht van ouderen te willen verbeteren. Al is het maar om meer draagvlak te creëren voor de WTP. Ik ben bang, dat als dat gebeurt, het een ‘cosmetische’ ingreep wordt. De achterstand vanwege het jarenlang niet indexeren zal niet verdwijnen en, indien dit uitsluitend gebeurt vanwege de toekomstige WTP, lijkt dit mij moeilijk te onderbouwen. De pensioenen moesten immers worden veranderd omdat zij geld tekort kwamen. De ‘markt’ is niet veranderd. In 2022 hebben zich geen situaties voorgedaan, die ten opzichte van vorige jaren de pensioenvooruitzichten hebben verbeterd. Als nu ineens blijkt, dat bepaalde randvoorwaarden voor pensioenen kunnen worden versoepeld, kun je je afvragen of dat voorheen ook niet mogelijk geweest zou zijn. En of er niet met de belangen van de pensioendeelnemers is gemanipuleerd. Ik zou dit, als pensioendeelnemer, zeker willen voorleggen aan een rechter. Daarom wil ik een lans breken voor indexatie met terugwerkende kracht. De minister kan toegeven dat, met de kennis van nu, bepaalde aannames in het verleden zijn achterhaald. En zonder gezichtsverlies bekijken in hoeverre er met terugwerkende kracht kan worden geïndexeerd.

Het is niet ondenkbeeldig, dat het FTK in het leven is geroepen (of gebleven) om a.h.w. een ‘dagwaarde’ van de pensioenen te kunnen bepalen, waarmee straks in de WTP de individuele vermogens van de pensioendeelnemers worden vastgesteld. Dan is met een extreem lage rente deze waarde natuurlijk zeer onvoordelig voor de pensioendeelnemers. Hun toekomstige vermogen groeit immers niet of nauwelijks. In feite wordt de waarde van hun ‘bezit’ over 40 jaar dan gewaardeerd op die van vandaag. Anderzijds blijkt er dan een flink bedrag aan huidig vermogen overtollig vanwege de hoge rendementen die, in het oude systeem deze lage rente in de toekomst moeten compenseren. Een tweede reden om te zorgen dat de rekenrente omhoog moet.

Omdat de deelnemer voortaan individueel gaat beleggen zonder de vermaledijde rekenrente, wordt de WTP, althans volgens het ministerie, gezien als een verbetering van de pensioenen. Dat is niet waar want we zien het FTK later weer terugkomen in de WTP als de deelnemers een gedeelte van hun premie in een risicofonds moeten stoppen. Ook blijven de pensioenfondsen straks gewoon doorgaan met collectief beleggen en de markt zal niet veranderen. Het huidige collectiviteit beginsel houdt in dat op oudere leeftijd nog met hoge rendementen wordt belegd en de risico’s daarvan worden verspreid over de jonge deelnemers. Omdat iedereen een percentage van zijn middelloon als pensioen ontvangt, maakt dat niet uit. In de WTP wordt voor iedereen een eigen ‘potje’ aan pensioenvermogen berekend. De ouderen die voorheen hebben meebetaald aan het collectiviteit beginsel krijgen dus een kleiner ‘potje’. Zij betaalden wel de lasten maar ontvangen niet de lusten. In de WTP worden cohorten ingevoerd met verschillend gespreide rendementen en risico’s. Deze cohorten en daarbij behorende risico’s worden op leeftijd gebaseerd. Hoe ouder, des te minder risico en rendement. De veronderstelling dat je kunt profiteren van grotere rendementen is daarom onjuist. Ook de indexatie gaat tot het verleden behoren. Wel ontvangen deelnemers die in een hoogconjunctuur met pensioen gaan een hoger bedrag aan uitkering dan diegenen, die tijdens een periode van economische malaise met pensioen gaan. Terwijl zij beiden dezelfde premie betalen. Ik vind de rechtvaardigheid daarvan ver te zoeken.

Tenslotte is er grote behoefte is aan transparantie. De eerste (concept) WTP en MvT werd op internet gepubliceerd. Specifiek gericht aan o.a. de pensioendeelnemers. Er is commentaar geleverd en de MvT is van 200 pagina’s volgens ingewijden naar 400 pagina’s veranderd. En is naar de RVS gestuurd voor commentaar. Iedere financiële instelling publiceert vrijwel dagelijks over de consequenties ervan. Behalve de deelnemers en premiebetalers, zij blijven in het ongewisse. Voor hen blijft de wet geheim tot die aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. En worden uiteindelijk geconfronteerd met een fait accompli. Ik vind dat dat verbetering behoeft.

 

Klaas Knot, hij praat niet over de gevolgen voor gewone mensen

Wilma Berkhout-van Den Heuvel

Zondag 6 februari 2022 Buitenhof met Klaas Knot.

Klaas Knot bij Buitenhof. Pieter Jan Hagens mag luisteren en niet kritisch doorvragen zoals gewoonlijk.

Klaas Knot komt alleen als hij ZIJN verhaal en de door hem voorgeschreven werkelijkheid mag vertellen. Anders weigert hij. HIj komt zenden.

En de door hem voorgeschreven werkelijkheid brengt hij als een noodzakelijkheid. Als ze niet doen wat hij zegt gaat het fout in de wereld en in Nederland in het bijzonder. En passant zegt hij wel als een bange wezel (het ligt niet aan hem en DNB) dat de politiek moet beslissen. Hij draagt geen verantwoordelijkheid lijkt hij te zeggen.

Maar hij praat niet over de gevolgen voor gewone mensen en hun leven en hoe zij in de knel komen door de inflatie en het verhogen van de (vaste) lasten en het wonen niet meer kunnen betalen. De gang naar de voedselbank moeten maken. Die wereld kent hij niet en hij heeft daar ook geen gevoel bij of empathie voor.

Hij preekt de voorgeschreven werkelijkheid (of die van de bankiers van ECB) en die is dat het missen van de belastingopbrengst van box 3 opgevangen moet worden met een hogere vermogensbelasting voor PARTICULIEREN. (Niet binnen box 2, want daar zit 400 miljard van ondernemers vooral in de BV’s, laat staan het ontgaan via off shore constructies).

Je kon er bijna de klok op zetten dat hij opnieuw in dit verband het belasten van de overwaarde de eigen woning van PARTICULIEREN ten tonele zou voeren met als flinterdunne onderbouwing de valse vergelijking met het buitenland, alsof wij nauwelijks vermogensbelasting heffen en de rest wel. Maar het is precies andersom! Het buitenland kent geen dubbele ficties die degenen die juist weinig opbrengst met hun vermogen halen zeer fors belasten en degenen die veel geld binnenhalen met hun vermogen niet belasten. Dát is uniek. Ook hier is Nederland de spookrijder, die zegt dat ieder ander verkeerd rijdt. Hij benoemt ook de valse tegenstelling tussen het belasten van de hardwerkende Nederlander met een tarief van 50 % op zijn loon en de nu 0,55 % van de WOZ-waarde met het eigenwoningforfait in box 1. Alsof harde werkenden daar niet door getroffen worden.

Alsof iedereen die niet meer “hard” werkt de lasten maar moet ophoesten, omdat dat het enige juiste is als je niet (meer) “hard” betaald werkt.

Van het geld van je loon kun je eten en je kunt er mee betalen. Van een fictieve bijtelling van inkomen kun je niets betalen en ondanks de waardestijging kun je je onroerend zaakbelasting of je brood niet met bakstenen kopen. Je moet in je eigen woning wonen. En als je inkomen (AOW en pensioen) dan netto steeds minder waard wordt dan is een dergelijke belasting uiteindelijk desastreus.

Maar daar lijkt hij niet mee te zitten. Klaas Knot schrijft een werkelijkheid voor als noodzakelijk waar de PARTICULIERE ouderen voor moeten opdraaien. Hij heeft vast niet zo een vader en moeder. Hij heeft zelf voldoende centen om oud te kunnen worden zonder geldzorgen.

Maar hij is dan ook iemand uit de groep van 3 % met de 7 vinkjes (lees voor wat dat is het artikel van Joris Luyendijk (de man van het boek “Dat kan niet waar zijn,”) dit weekend in NRC). De ouders van Klaas Knot zitten bij die 3 % zeven vinkjes die Klaas dus ook heeft.

Die mensen kennen geen doorzettingsvermogen, moed, armoede, slecht wonen, niet naar een bepaalde school mogen, tegenslag, de ervaring om buitengesloten te worden door wat ze zijn. Kortom zij hebben geen ervaring wat het is om in het leven te slagen als je niet 7 vinkjes hebt. Want met 7 vinkjes ben je bij voorbaat geslaagd.

Maar Klaas Knot, er zijn veel betere oplossingen mogelijk, die laten zien dat er helemaal geen problemen hoeven te zijn, waarvan alle Nederlanders, ook de ouderen (zij die hard gewerkt hebben en vaak zonder 7 vinkjes) kunnen profiteren.

En 7 vinkjes mens ken maar een soort oplossingsrichting: die oplossingen die gunstig zijn voor de rijken, de ondernemers, de banken en de Zuidas.

Een andere werkelijkheid kent hij niet. Daar zitten geen mensen , maar kille gemiddelde cijfers.

En dat is dan de voorgeschreven werkelijkheid die de nieuwsredacties braaf reproduceren.

nrc.nl

De besten aan de top? Wij hadden alles mee en niks tegen

Essay | Macht: Mannen zoals Joris Luyendijk bepalen welke vaardigheden en eigenschappen belangrijk zijn om topposities te bereiken. Incasseringsvermogen telt niet mee.

contact adres [email protected]