ABP vreest voor scheuring fonds als nieuw stelsel niet verplicht wordt

Nieuws

Bart van de Laak op 20 mei 2020

ABP vreest voor scheuring fonds als nieuw stelsel niet verplicht wordt

Pensioen5030

Als het ministerie van Financiën de overgang naar een nieuw pensioenstelsel niet verplicht, vreest ABP voor een tweedeling tussen welwillende en niet welwillende sectoren. Dat zegt ABP-directeur Corien Wortmann in gesprek met PensioenPro. Het ministerie wil naar verluidt een overgang liever niet verplichten, vanwege het risico op claims van deelnemers die zich benadeeld voelen.

In de uitwerking van het nieuwe pensioenstelsel ligt de vraag nog open hoe dwingend de nieuwe regels worden. Ondernemingspensioenfondsen waar het heel goed gaat, zoals die van Shell of Unilever, hebben niet veel te winnen in een nieuw stelsel en willen de oude rechten van deelnemers niet aantasten. Voor de bedrijfstakpensioenfondsen is dat anders.

Hakken in het zand

Wortmann vreest dat zonder het verplicht invaren bepaalde sectoren de hakken in het zand zullen zetten en het ABP in twee delen uiteenvalt: zij die wel meegaan en zij die achterblijven. “Dat is echt heel ongewenst. Dat wordt nu te makkelijk weggewoven”, zegt Wortmann tegen PensioenPro.

Lees ook

‘Big bang: alle pensioenen tegelijk naar nieuw stelsel in 2027’

Onderscheid tussen fondsen

Volgens het pensioenvakblad wordt er onderhandeld over de mogelijkheid om deelname aan het nieuwe stelsel te verplichten voor bedrijfstakpensioenfondsen, maar de keuze vrij te laten voor ondernemingsfondsen.

Binnenkort duidelijkheid

Minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees is voornemens om half juni de Tweede Kamer te informeren over de uitwerking van het pensioenakkoord. Dan zou ook duidelijk moeten worden op welke manier in de toekomst de dekkingsgraad van de fondsen berekend moet worden.

Eerste publicatie door Bart van de Laak op 20 mei 2020

Een bestuur van een pensioenfonds dat wel ballen heeft ………..

1.8 Dashboard ABP, PFZW,PMT, PME & bpfBOUW K4 2019  Bron Cor Mol

19 maart 2020

De versie voor het 1e kwartaal 2020 treft u hier aan.

Deze bijdrage maakt onderdeel uit van de serie Pensioenen. [1]

Het jaar 2019 was voor de vijf bedrijfspensioenfondsen ABP, PFZW, PMT, PME en bpfBOUW weer eens een meer dan voortreffelijk jaar met een gemiddeld rendement van zo’n 17,6%. (2018: ≈ -1,3 %)

De vooruitzichten zijn echter minder rooskleurig als we het ABP mogen geloven die uitgaat van een verwachting, net als de andere grote beleggers, van een rendement van gemiddeld rond de 4%. Het opgelopen agio op de vastrentende waarden moet tenslotte ook eens over de looptijd van de vastrentende waarden worden afgeschreven. Maar 4% is nog steeds aanmerkelijk meer dan de 0,7-0,8 % rekenrente die het mallotige politieke Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (FTK) voorschrijft en dat leidt tot dekkingsgraden die thans grofweg 30-40 % beneden de reële waarde liggen.

Een bestuur van een pensioenfonds dat wel ballen heeft zal proberen een zo reëel mogelijk beeld te schetsen aan zijn deelnemers uitgaande van een op lange termijn te behalen rendement met verschillende scenario’s. Een dergelijke opstelling zal veelal een getrouwer beeld geven dan de jaarrekening waar de accountant en de actuaris zijn handtekening onderzet. Lees verder