Verdeling van vermogen pensioenfondsen leidt tot spanningen: ’Ouderen zullen dit oneerlijk vinden’

AMSTERDAM- Het gaat pensioenfondsen voor de wind: de vermogens nemen toe. Waarschijnlijk valt er per januari, als veel fondsen overstappen naar het nieuwe stelsel, meer geld te verdelen dan verwacht. Sommige fondsen staan daardoor wel voor een uitdaging: ouderen uitleggen dat ze vanwege hun leeftijd op papier een lagere ’invaarbonus’ krijgen dan jongere deelnemers.

Thomas van Ossenbruggen Telegraaf 5/1-25

„Dat is heel lastig om uit te leggen aan gepensioneerden”, zegt pensioenadvocaat Theo Gommer. „Die oudere zal namelijk zeggen dat hij relatief meer aan het fondsvermogen heeft bijgedragen dan een jongere, maar nu krijgt die jongere wel een groter deel van het vermogen toebedeeld. Ik kan me niet voorstellen dat gepensioneerden daarmee zomaar akkoord zouden gaan.”

 Invaarbonus

De vermogens van pensioenfondsen nemen de laatste tijd flink toe. Dat is prettig voor fondsen (en hun deelnemers) die per 1 januari 2026 overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Als fondsen tijdens dat ’invaren’ – zoals die overstap genoemd wordt – ruim in hun jasje zitten, kunnen ze een overschot van het vermogen ’uitdelen’ aan hun deelnemers.

Door de gunstige financiële positie van fondsen ligt het voor de hand dat er op 1 januari een hoop uit te delen valt. Volgens berekeningen van Aon en Aegon Asset Management ligt de gemiddelde dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen nu bijvoorbeeld op circa 128 procent.

Dekkingsgraad

Dit terwijl fondsen bij de overstap naar het nieuwe stelsel een dekkingsgraad van grofweg 108 procent nodig hebben om werkenden te compenseren en buffers opzij te zetten. Wat daarna overblijft, wordt simpel gezegd onder alle deelnemers verdeeld. Dit wordt ook wel de ’invaarbonus’ genoemd.

Gepensioneerden zien die invaarbonus straks terug in de pensioenuitkering die ze op hun bankrekening gestort krijgen. „Iemand met een pensioenuitkering van 1000 euro per maand die een invaarbonus van 10 procent krijgt, krijgt na de overstap naar het nieuwe stelsel dus een uitkering van 1100 euro”, legt Gommer uit. Als een jongere – werkende – deelnemer een invaarbonus van 10 procent krijgt, dan neemt het pensioenkapitaal met 10 procent toe.

Maar die invaarbonus is niet voor iedereen gelijk en verschilt bij sommige fondsen per leeftijd: het kan voorkomen dat een jongere werknemer van dertig jaar een bonus krijgt van 10 procent van het individuele pensioenkapitaal, terwijl een tachtigjarige gepensioneerde een verhoging van 5 procent krijgt.

Spreidingstermijn

Hoe groot dat verschil is, hangt af van de zogeheten spreidingstermijn. Alle fondsen keren de ’invaarbonus’ weliswaar in één keer uit (ten tijde van de overstap naar het nieuwe stelsel), maar op papier mogen ze bij de hoogte van de bonus rekening houden met het aantal indexaties dat iemand gezien zijn levensverwachting in de toekomst mag verwachten. Zo’n indexatie is een pensioenverhoging, bedoeld om de inflatie bij te houden.

Bij het pensioenfonds voor ING-medewerkers wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met een spreidingstermijn van 20 jaar. Voor deelnemers van 50 jaar en jonger gaat het ING-fonds ervan uit dat diegene minstens 20 indexaties mag verwachten, terwijl iemand van 95 jaar gemiddeld nog drie indexaties mag verwachten.

Kortingen

De 50-jarige deelnemer krijgt daarom (als percentage van het pensioenvermogen) een aanzienlijk grotere invaarbonus mee dan de 95-jarige. Hoe langer de spreidingstermijn, hoe groter het verschil is tussen ouderen en jongeren.

 

De standaard spreidingstermijn is tien jaar, zo heeft toezichthouder DNB bepaald. Als fondsen hiervan willen afwijken, moeten ze dit motiveren. Een woordvoerder van DNB laat weten dat die spreidingstermijn aansluit bij hoe verhogingen en kortingen in het huidige stelsel verwerkt worden. Als er gekort moet worden, zien ouderen die korting dus ook minder snel terug dan jongeren.

Iedereen hetzelfde

Toch zijn er óók veel fondsen die kiezen voor een spreidingstermijn van één jaar. In zo’n geval is de invaarbonus voor iedere deelnemer gelijk: iedereen krijgt eenzelfde percentage van het individuele pensioenvermogen. Onder meer de fondsen voor bouwpersoneel en zorgmedewerkers, twee van de grootste fondsen van Nederland, kiezen hiervoor. Een woordvoerder van het fonds voor zorgmedewerkers (PFZW) wijst voor een toelichting naar het implementatieplan van het fonds.

Daarin valt te lezen dat een spreidingstermijn van 1 jaar „een expliciete tegemoetkoming voor pensioengerechtigden” is. Het fonds stelt ook dat een spreidingstermijn van 1 jaar makkelijker uitvoerbaar is én dat het daarmee tegemoet wil komen aan gepensioneerden die te maken hebben met indexatieachterstanden. Ook voor het pensioenfonds voor de bouw is dat een reden om iedereen een even hoge invaarbonus te geven.

 

Gommer verwacht dat fondsen die differentiëren naar leeftijd daarover lastige vragen krijgen. „De communicatie hierover wordt echt een uitdaging”, zegt Gommer. „Gepensioneerden kijken alleen naar het bedrag dat zij niet krijgen en jongeren wel. Zij zullen dat oneerlijk vinden.”

 Heb jij een pensioenvraag?

Op 11, 12 en 13 november staat De Financiële Telegraaf in het teken van de Pensioen3daagse. Experts beantwoorden tijdens die dagen op de redactie gratis alle vragen die lezers insturen.

Ben je bijvoorbeeld benieuwd naar wat het nieuwe pensioenstelsel voor jou betekent, wil je eerder stoppen met werken of wil je weten hoe je slim extra geld opzij kunt zetten? Mail je vraag dan naar [email protected]. Je ontvangt op 11, 12 of 13 november een antwoord.

 

 


“Als je Verleden langer is dan je Toekomst is denken aan het Heden een Must”

 “In een wijs land planten oude mannen en vrouwen bomen in wier schaduw ze zelf niet zullen zitten” 

Holke J.M.Flapper
De Plaetse 139
5708 ZK Helmond
mobiel: 06 24392244
[email protected]
www.verontrusteouderen.nl