Beste VOLKSvertegenwoordigers
Ik doe een moreel appel op u over de wijze waarop de politiek omgaat met de belangen van ons
Momenteel is aan de orde de enquête over de toeslagen. Nog niet iedereen is bevraagd, maar duidelijk komt naar voren, dat politiek, ministeries en ambtenaren zich niet wilden branden aan het rechtzetten van iets, wat overduidelijk niet in de haak was. De enkele (kritische) uitzondering werd ontslagen.
Hetzelfde lijkt te gebeuren met de pensioenen.
De bestuurders van de vijf grootste pensioenfondsen
hebben vorig jaar in de landelijke media laten optekenen, dat het niet indexeren niet meer valt uit te leggen. Er gebeurde niets met deze hartenkreet. In tegendeel: DNB bij monde van Knot en directeur Elderson beweerden dat de gepensioneerden de spaarpotten van de jongeren leegeten. Dit, terwijl de bestuurder van een pensioenfonds vaststelde, dat er grote bedragen van de ouderen naar de jongeren zijn overgeheveld, wat onlangs nog werd bevestigd door Tuur Elzinga van de FNV.
Een heel simpel voorbeeld hoe verknipt de informatie thans door fondsbestuurders tot ons komt.
Afgelopen week meldde ABP dat de dekkingsgraad zodanig laag was, dat voor iedere in de toekomst uit te betalen euro, slechts € 0,87 in kas was.
Ik heb daarop de jaarrekening van ABP 2019 bekeken en gevonden dat ultimo 2019 ABP 516 mrd. euro in kas had. Aan pensioenen betaalde zij ongeveer € 11,5 mrd. uit en aan premie inde zij € 10,5 mrd. Met andere woorden: bij gelijkblijvende omstandigheden zou ABP gedurende ruim 40 jaar aan haar verplichtingen kunnen voldoen, zonder rekening te houden met premie-inkomsten of te behalen rendementen. Overigens realiseerde ABP in 2019 een rendement van 16%. Dat is uitzonderlijk, maar verklaart wel waarom het 20 jarig gemiddelde rendement schommelt tussen de 6 en 7 procent.
Hoe kan het, dat er zulke grote verschillen optreden tussen enerzijds de theoretisch berekende dekkingsgraad en anderzijds de feitelijke cijfers.
Het simpele en onthutsende antwoord: de toepassing van de gebruikte rekenrentesystematiek. Die is ons destijds verkocht met als argument, dat een eventuele korting slechts eens in de veertig jaren zou kunnen voorkomen. De werkelijkheid leert ons, dat thans voor het derde jaar op rij, kortingen worden aangekondigd. En dat niet alleen, in de overgangsjaren naar een nieuw pensioenstelsel is opgenomen dat in 2021 de beleidsdekkingsgraad 90% moet zijn. Voor ABP is voorspeld, dat die zal eindigen op 86%. Korting: 4%. In 2022 moet de dekkingsgraad 104,3% zijn. Met de huidige systematiek zal die dekkingsgraad echt niet stijgen, dus korting 18,3%. Dit herhaalt zich t/m 2025.
In 2026 “invaren”. Dekkingsgraad moet 100% zijn, Dus weer een korting, maar nu ‘slechts’ 14%.
Resumerend: als dank voor het redden van de overheidsfinanciën in de jaren 80, waardoor de overheid 32 miljard gulden uitspaarde aan pensioenpremie (uitnamewetten) ten koste van het ABP, het inleveren van eindejaarsloon naar middelloon, het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd, wordt nu ook de toezegging ongedaan gemaakt, dat bij het beëindigen van uw werkzame leven u een inkomen overhoudt dat ongeveer 70% van het laatstverdiende salaris zal bedragen.
Tot zover de hoedende overheid.
U kunt dit scenario een halt toeroepen. Behoud de huidige pensioenregels, maar gebruik een rendementsrente i.p.v. een puur theoretische rekenrente, die de oorzaak is van een gigantische mismatch met de werkelijkheid.
Het zal blijken, dat – met die regels – aanzienlijk minder premie door de werkgever – en de werknemer – behoeft te worden betaald, waardoor mogelijk ook de ZZP-ers eindelijk toegang krijgen tot een pensioenfonds.
Tot slot: getuige het feit dat de rendementen de laatste 12 jaren (ver) uitstijgen boven de opgelegde rekenrente, lijkt een 100% na-indexatie in de rede te liggen.
Voor uw informatie voeg ik mijn persoonlijk berekening daarvan bij.
Ik hoop u te hebben kunnen overtuigen dat gestopt dient te worden met de heilloze weg, die thans is ingeslagen.
Vriendelijke groet,
Jur Bezema,
oud-hoofd comptabiliteit
Rijksuniversiteit Groningen
Lichtboei 67
9732 JC Groningen.