Wil de echte Asscher opstaan? Ton Verlind

2020 11 24

Met belangstelling volgde ik maandag 24 november 2020 het verhoor in de mini-enquête over de toeslagenaffaire. Dat is die affaire waarbij de overheid honderden mensen dupeerde door tienduizenden euro’s of meer aan kindertoeslag terug te vorderen als in de administratie ook maar de geringste fout werd ontdekt. Had iemand bijvoorbeeld te weinig eigen bijdrage betaald, dan werd niet het te weinig betaalde teruggevorderd maar de totale uitkering. Dat ging om zulke grote bedragen dat verschillende gedupeerden aan de bedelstaf raakten.

Ondervraging

Maandag was het verhoor van Lodewijk Asscher, de man die bij de komende Tweede kamer-Verkiezingen de PvdA naar een overwinning moet leiden.  Tijdens de toeslagenaffaire was hij als minister van sociale zaken spil in dit dossier. Ik heb een bijzondere fascinatie voor de socialistische politicus. In een van de vorige kabinetten met de VVD voerde hij samen met kompaan Mark Rutte een hard neoliberaal beleid: winsten van het bedrijfsleven omhoog, overheidskosten naar beneden, de rem op sociale uitgaven, pensioenen bevroren. Dat beleid had een tamelijk desastreuze uitwerking. Veel van waarde werd tot op het bot afgekloven: te weinig geld naar de politie, het onderwijs, de zorg. De resultaten waren pijnlijk zichtbaar aan het begin van deze corona-crisis. De ziekenhuizen waren niet bestand tegen de toeloop van patiënten, zorgmedewerkers raakten uitgeput, er bleek onvoldoende personeel om de problemen aan te kunnen. Zoals er ook te weinig politie is om toe te zien op naleving van het vuurwerkverbod en het onderwijs dol dreigt te draaien onder een tekort aan personeel.

Niet mijn schuld

Toen Asscher na zijn regeerperiode de negatieve gevolgen zag van zijn beleid nam hij er afstand van. Hij schoof de schuld in de schoenen van zijn partner-in-crime PvdA-fractieleider Diederik Samson, rekende keihard met hem af en omhelsde hem nadat hij de strijd om het leiderschap nipt had gewonnen.  Zo leek hij te willen zeggen: neem deze afrekening niet al te persoonlijk.  Het gezicht van Samson sprak boekdelen. Hij wist dat hij werd geofferd aan de nieuwe politieke ambities van zijn voormalige makker. Een Judaskus noemden critici het. Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig.

Doof en blind

Sindsdien ben ik gefascineerd door Lodewijk en vraag ik me af wie er schuil gaat achter dat stoïcijnse gelaat dat in veel interviews van die automatische zinnen produceert. Dat antwoord kreeg ik maandag tijdens het -overigens voortreffelijke- verhoor van de kamercommissie.

Dit is wat ik zag en hoorde:  de minister had meer aandacht had voor een adequate (=strenge) fraudebestrijding dan voor de onredelijke manier waarop die uitwerkte. Ook toen de alarmbellen afgingen ondernam Asscher niets. Goedbeschouwd miste hij alle signalen van zijn medewerkers en van slachtoffers dat er iets goed aan het mislopen was. Een blinde vlek, gebrek aan inlevingsvermogen. Dat gebeurde zo consequent dat het meer op negeren dan missen lijkt. Was het incompetentie of harteloosheid of een combinatie van beide? De verslaggever van het NOS Journaal noemde het maandag 23 november 2020 ‘onmacht’, maar dat is een versimpeling die geen recht doet aan de situatie. Het kwam niet bij de PvdA-minister op om zich persoonlijk in de affaire te verdiepen, ook niet toen in zijn omgeving steeds meer ambtenaren van het ministerie van financiën inzagen dat dit beleid zoveel onschuldige slachtoffers maakte.

Tijdens het verhoor toonde de minister berouw, voor wie het tussen de regels door horen wilde. Nou ja: met de kennis van nu zou hij het anders hebben gedaan, een versleten politieke dooddoener. In mijn visie leek het eerder op bewust beleid, maar zeker zullen we het nooit weten.  In het journaal werd de handelingsverlegenheid door gebruik van het woordje ‘onmacht’ met de journalistieke mantel der liefde bedekt. Dat getuigt van teveel compassie. Goedbeschouwd is Asscher de verpersoonlijking van een overheid die mensen eerder ziet als verdachten dan als goedwillende, soms kwetsbare burgers. Een man met verschillende gezichten. Hard als hij aan de knoppen zit, zacht als hij kiezers zoekt.  Daarom nog steeds de vraag : wil de échte Lodewijk Asscher opstaan?

TON VERLIND