Rekenen met grote getallen door Ir Wouter Verwoerd.

 

Zullen we eens naar de echte dekkingsgraad van de pensioenfondsen kijken? We kijken naar de toestand op 1 januari van dit jaar. We kijken naar de financiën van alle fondsen samen. En we gebruiken de gegevens van De Nederlandsche Bank (DNB), dat is de toezichthouder op de pensioenfondsen.

De echte dekkingsgraad

Het totale pensioenvermogen dat de fondsen beheren is 1544 miljard Euro (gegevens DNB).

Het bedrag van de technische voorzieningen is 1490 miljard Euro (weer volgens DNB – de technische voorziening is het bedrag dat je nu opzij moet zetten om straks de tot nu toe toegekende pensioenaanspraken te kunnen betalen).

Dan kom je op een dekkingsgraad van 103,6% (DNB zegt dat de dekkingsgraad 102,1% is).

Maar in werkelijkheid is de dekkingsgraad 155%. Dat zit zo:

Bij een technische voorziening van 1490 miljard Euro hoort een totaal bedrag van toegekende pensioenaanspraken van 1728 miljard Euro. De rekenrente is 0,75% (volgens ABP en PME). En het vermogen dat nu in beheer is wordt over gemiddeld 20 jaar als pensioen uitgekeerd. En 1490 miljard Euro groeit in 20 jaar met een groeivoet van 0,75% aan tot 1728 miljard Euro. Of omgekeerd gerekend: een toezegging van 1728 miljard Euro over 20 jaar heeft een contante waarde van 1490 miljard Euro als een rekenrente van 0,75% toegepast wordt.

Maar in de wet staat dat de fondsen de MARKTWAARDE van de technische voorziening moeten berekenen. En in het Besluit Actuele Waarde staat hoe ze die marktwaarde moeten bepalen. Als de fondsen voor het berekenen van de premie en voor het berekenen van de technische voorziening dezelfde rekenrente gebruiken, dan voldoen ze aan de eisen in de wet.

Laten we daarom dezelfde rente toepassen die ABP gebruikt om de premie te berekenen: 2,8%. En dat is niet zo gek. Want de fondsen realiseren een rendement op de beleggingen van 6,5% (gemiddeld over 20 jaar en zo lang hebben ze de premiegelden wel in beheer). Maar de fondsen hebben ook kosten die ze betalen uit het resultaat op de beleggingen.

De administratiekosten voor het uitvoeren van de pensioenregeling zijn 0,1%.

De kosten voor het beheer van het pensioenvermogen zijn 0,2%.

En we worden allemaal gemiddeld wat ouder dan waarop gerekend was. Dus krijgen we een paar jaar pensioen waar we geen premie voor betaald hebben. En dat kost 0,4%.

Ook de indexatie (dat is de aanpassing van de uitkeringen en de aanspraken aan de prijsstijging) wordt uit het resultaat op de beleggingen betaald. In normale tijden is dat 2%.

Dat betekent dat de jaarlijkse gemiddelde aangroei van het pensioenvermogen 3,8% is. Dan is een rekenrente van 2,8% om de marktwaarde van de technische voorziening te berekening een voorzichtige inschatting.

De marktwaarde van de technische voorziening die hoort bij een totaal aan toegekende pensioenaanspraken van 1728 miljard Euro is 993 miljard Euro. Want 993 miljard Euro groeit in 20 jaar met een groeivoet van 2,8% aan tot 1728 miljard Euro.

Als de fondsen zich aan de eisen uit de wet houden is de echte dekkingsgraad 155% en geen 102,1% zoals DNB beweert (1544 miljard Euro gedeeld door 993 miljard Euro is 155%).

Compensatie van de indexatie-achterstand

Volgens het ABP is de achterstand die is ontstaan doordat er vanaf 2009 niet meer geïndexeerd is opgelopen tot 19,11% (ABP jaarverslag 2019). Maar er zijn ook fondsen waarbij uitkeringen en aanspraken niet ”alleen maar” bevroren zijn maar waarbij uitkeringen en aanspraken zelfs verlaagd zijn.

Wat zou er gebeuren als die indexatie-achterstand in één keer goedgemaakt zou worden? Reken even mee:

De toekende pensioenaanspraken zijn nu 1728 miljard Euro. Maar die zijn dus 20% te laag omdat ze sinds 2009 bevroren zijn. Met de normale indexatie zouden de toegekende aanspraken 2074 miljard Euro geweest zijn.

De marktwaarde van een technische voorziening die hoort bij een totaal aan toegekende pensioenaanspraken van 2074 miljard Euro is 1192 miljard Euro. Want 1192 miljard Euro groeit in 20 jaar met een groeivoet van 2,8% aan tot 2074 miljard Euro. Of omgekeerd gerekend: een toezegging van 2074 miljard Euro over 20 jaar heeft een contante waarde van 1192 miljard Euro als een rekenrente van 2,8% toegepast wordt.

De pensioenuitkeringen waren in 2019 32 miljard Euro (afgeleid uit gegevens van DNB). Maar dat had ruim 38 miljard Euro moeten zijn omdat de uitkeringen in 2019 ook 20% te laag waren. Sinds 2009 is er 38 miljard Euro te weinig uitgekeerd omdat er niet geïndexeerd is.

Als de uitkeringen wel met de prijsstijgingen meegestegen zouden zijn dan zou het pensioenvermogen dus 38 miljard Euro lager geweest zijn. Dan was het pensioenvermogen niet 1544 miljard Euro maar 1506 miljard Euro geweest.

Als we de indexatie-achterstand van de uitkeringen en de aanspraken in één keer goed

maken dan wordt de dekkingsgraad 126% (1506 miljard Euro gedeeld door 1192 miljard Euro is 126%).

En dus…

Wie wil er beweren dat het pensioenstelsel onhoudbaar is?

Wie vindt het nodig om het bestaande uitkeringsstelsel in te ruilen voor een koopsompolis?

Ir Wouter Verwoerd

Malden