Weeffout zorgt voor pensioenstorm in 2020

RTL Nieuws van 20 augustus 2016, 09:00 Leo Witkamp

De komende jaren een te lage pensioenpremie vragen en in 2020 de rekening bij gepensioneerden neerleggen. Ook word je net opgebouwde pensioen gehalveerd. Dat kan niet, denk je? Zonder ingrijpen is dat wél wat er gaat gebeuren.

De oorzaak van dit pensioendrama is een weeffout het financieel toetsingskader (FTK) dat lange termijn uitgangspunten laat botsen met een korte termijn afrekening.

Herstelplan

Pensioenverlagingen hangen vanaf volgend jaar als donkere wolken boven ons hoofd. In de praktijk zijn deze verlagingen niet meer dan enkele tienden van procenten per jaar. Bij een oplopende dekkingsgraad (een paar procent is al voldoende) kunnen de verlagingen jaarlijks ook weer worden stopgezet. Daarom noemen we ze voorwaardelijk.

Een fonds moet de pensioenen verlagen als het niet in het herstelplan kan aantonen dat binnen 10 jaar de vereiste buffers opgebouwd kunnen worden. Zolang de dekkingsgraad maar hoger is dan circa 90% (dit is de zogenaamde kritische dekkingsgraad), lukt dat wel. De verwachte beleggingsopbrengsten voor de komende 10 jaar zijn namelijk aanzienlijk hoger dan de lage rekenrente waarmee de pensioenverplichtingen en dus de dekkingsgraad wordt berekend. Dit komt onder meer omdat er in aandelen wordt belegd. Zo zitten de herstelplannen in elkaar. Op deze manier wordt recht gedaan aan de lange termijn waarop pensioenfondsen beleggen.

Pensioenstorm in 2020

In het FTK is ook vastgelegd dat een pensioenfonds niet langer dan vijf jaren achtereen een dekkingsgraad mag hebben van minder dan 105%. Is dat wel zo, dan moeten de pensioenen in één keer worden verlaagd en wel zoveel dat direct een dekkingsgraad van 105% wordt bereikt. Deze verlagingen mogen worden gespreid over 10 jaar en zijn onvoorwaardelijk: ze kunnen dus niet worden stopgezet als het beter gaat.

Bij een dekkingsgraad van 90% moeten de pensioenen in deze situatie met ruim 14% worden verlaagd om op 105% te komen. Dus 10 jaar lang, elk jaar 1,4% eraf. Ook als het beter gaat. Voor veel pensioenfondsen zal deze situatie zich in 2020 gaan voor doen. Dat zijn geen dreigende donkere wolken meer, maar is een heuse pensioenstorm! Het lange termijn denken stopt in 2020. Een dekkingsgraad van 90% of 100% die vorig jaar, vandaag en ook de komende jaren verantwoord is, is dat in 2020 plots niet meer. Dan moet de dekkingsgraad 105% zijn. Dat is vreemd en de gevolgen zullen dramatisch zijn.

Lage premie ten koste van de dekkingsgraad

Voor de vaststelling van de pensioenpremie mogen pensioenfondsen uitgaan van het op lange termijn verwachte rendement, als ze maar rekening houden met inflatie. Per saldo wordt de pensioenpremie berekend met een rente van zo’n 3%. Dat is fors hoger dan de circa 1% rente die gebruikt moet worden voor de berekening van de verplichtingen en dus van de dekkingsgraad van een fonds. Hierdoor ligt de prijs die voor nieuwe pensioenopbouw wordt betaald veel lager dan het bedrag dat voor datzelfde pensioen aan de verplichtingen wordt toegevoegd. Deze verhouding tussen de feitelijke premie en het benodigde bedrag voor de verplichtingen noemen we de premiedekkingsgraad. De premie kan zomaar de helft te laag zijn (een premiedekkingsgraad van 50%). Dit kost (een standaard pensioenfonds) ruwweg 1% dekkingsgraad per jaar. In 2020 kan dat veel uitmaken voor de hoogte van de onvoorwaardelijke pensioenverlaging.

Wie betaalt de rekening?

Als pensioenfondsen hun financiële positie de komende jaren niet verbeteren, zal er in 2020 flink verlaagd moeten worden. Als dat op een evenwichtige manier gebeurt (en dat is verplicht!), dan ligt een gelijke verlaging voor iedereen niet voor de hand. Het is dan eerlijker om de premiebetalers van vandaag te laten betalen voor de verlaging van de dekkingsgraad, voor zover die het gevolg is van een ‘te lage’ premie. Dat komt erop neer dat hun vanaf 2016 opgebouwde pensioen gehalveerd wordt. Dat is nogal wat. We kunnen niet tot 2020 wachten dat te vertellen. Pensioenfondsen moeten daar nu al over nadenken, besluiten nemen en communiceren.

Natuurlijk zullen er ook tegengeluiden zijn: “Ja, maar gepensioneerden krijgen ook volledig uitgekeerd als de dekkingsgraad 90% is. Daar moet dan ook rekening mee gehouden worden.“ Los van het feit dat dit gerommel in de marge is, is het ook niet terecht. Gepensioneerden profiteren immers ook niet van een dekkingsgraad van 105% of zelfs 110%, dus laten we het daar maar niet over hebben.

De oplossing

Een oplossing om deze pensioendrama’s te voorkomen lijkt ingewikkeld, maar is eenvoudig:

1) Laat de 5-jaarseis van 105% los en

2) stel een minimum aan de premiedekkingsgraad van 90% (dit komt overeen met de kritische dekkingsgraad).

Met deze maatregelen is een evenredige pensioenverlaging ook evenwichtig. Ze doen bovendien recht aan de lange termijn horizon van pensioenfondsen en maken de weeffout ongedaan.

Leo Witkamp is actuaris en werkt bij MPD, de uitvoerder van pensioenfonds PNO Media. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.